Een recente peiling uitgevoerd door het Kohnstamm Instituut onder bijna zeshonderd scholen voor voortgezet onderwijs laat zien dat vier op de vijf scholen op 1 januari beleid hebben ingevoerd tegen het gebruik van mobiele telefoons in de klas. Dit beleid is een reactie op de toenemende bezorgdheid over de afleiding die smartphones veroorzaken tijdens de les.
Sinds 1 januari zijn mobiele telefoons, tablets en smartwatches vaak niet meer toegestaan in de klaslokalen van het voortgezet onderwijs, tenzij ze nodig zijn voor educatieve doeleinden of de veiligheid en gezondheid van de leerlingen. Deze beslissing komt voort uit een gezamenlijke overeenkomst tussen onderwijsorganisaties en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Uit de peiling blijkt dat vrijwel alle scholen op de hoogte zijn van deze landelijke afspraak. Vier op de vijf scholen hadden al in december beleid opgesteld dat in lijn was met deze afspraak, en de meeste hadden dit beleid ak geïmplementeerd. Enkele scholen waren nog bezig met het ontwikkelen van regels, terwijl anderen een strenger of juist minder streng beleid hanteerden dan de landelijke afspraak voorschreef.
Interessant genoeg verwacht ruim twee derde van de respondenten dat het nieuwe beleid een positief effect zal hebben op verschillende aspecten van het onderwijs, waaronder de leerprestaties, het welbevinden van leerlingen en het schoolklimaat. Slechts een klein percentage van 1 procent verwacht een negatief effect.
Deze ontwikkeling markeert een belangrijke verschuiving in het onderwijslandschap, waarbij scholen actief reageren op de uitdagingen van technologiegebruik in de klas. Wij geloven dat met het verbod op mobiele telefoons er een stap is gezet naar een meer gefocuste en interactieve leeromgeving waarin leerlingen worden aangemoedigd om zich te concentreren op het leerproces zonder afleiding van digitale apparaten.
Bron: Ministerie van OCW